Numeri 28
© Leidse Vertaling
© NBG
Louis Segond
1 De Heer sprak tot Mozes: 1 De Here sprak tot Mozes: 1 L'Eternel parla à Moïse, et dit:
2 Beveel den Israelieten en zeg hun: Mijn gave, mijn brood, mijn vuuroffers ten liefelijken geur voor mij, zult gij zorgen mij op den rechten tijd te brengen. 2 Gebied de Israelieten en zeg tot hen: Gij zult zorg dragen mijn offergave, mijn spijze, als mijn vuuroffers, een liefelijke reuk voor Mij, op de bepaalde tijd aan Mij te brengen. 2 Donne cet ordre aux enfants d'Israël, et dis-leur: Vous aurez soin de me présenter, au temps fixé, mon offrande, l'aliment de mes sacrifices consumés par le feu, et qui me sont d'une agréable odeur.
3 Gij moet hun zeggen: Dit is het vuuroffer dat gij aan den Heer brengen zult: elken dag twee gave eenjarige lammeren, een vast brandoffer. 3 Zeg dan tot hen: Dit is het vuuroffer, dat gij de Here brengen zult: twee gave, eenjarige schapen per dag als dagelijks brandoffer; 3 Tu leur diras: Voici le sacrifice consumé par le feu que vous offrirez à l'Eternel: chaque jour, deux agneaux d'un an sans défaut, comme holocauste perpétuel.
4 Het ene zult gij des morgens toebereiden, en het tweede in schemeravond; 4 Het ene schaap zult gij des morgens bereiden, het andere schaap zult gij in de avondschemering bereiden. 4 Tu offriras l'un des agneaux le matin, et l'autre agneau entre les deux soirs,
5 met een tiende maat bloem ten meeloffer, met een kwart stoop gestoten olie gemengd-- 5 Daarbij een tiende efa fijn meel tot een spijsoffer, aangemaakt met een vierde hin gestoten olie. 5 et, pour l'offrande, un dixième d'épha de fleur de farine pétrie dans un quart de hin d'huile d'olives concassées.
6 het vaste brandoffer, dat ingesteld is op den berg Sinai, ten liefelijken geur, als vuuroffer voor den Heer-- 6 Het is het dagelijks brandoffer, dat op de berg Sinai ingesteld is tot een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de Here. 6 C'est l'holocauste perpétuel, qui a été offert à la montagne de Sinaï; c'est un sacrifice consumé par le feu, d'une agréable odeur à l'Eternel.
7 met het daarbij behorend plengoffer, een vierde stoop bij elk lam; in het heiligdom moet gij het plengoffer van sterken drank voor den Heer plengen. 7 En het bijbehorend plengoffer zal zijn een vierde hin voor elk schaap; pleng een plengoffer van bedwelmende drank in het heiligdom voor de Here. 7 La libation sera d'un quart de hin pour chaque agneau: c'est dans le lieu saint que tu feras la libation de vin à l'Eternel.
8 Het tweede lam zult gij in schemeravond toebereiden; met een meeloffer en plengoffer als bij dat van des morgens zult gij het toebereiden, een vuuroffer van liefelijken geur voor den Heer. 8 En het andere schaap zult gij in de avondschemering bereiden; gelijk het spijsoffer des morgens en gelijk het bijbehorend plengoffer zult gij het bereiden, een vuuroffer van liefelijke reuk voor de Here. 8 Tu offriras le second agneau entre les deux soirs, avec une offrande et une libation semblables à celles du matin; c'est un sacrifice consumé par le feu, d'une agréable odeur à l'Eternel.
9 Op den sabbatdag zult gij brengen twee gave eenjarige lammeren, met twee tiende bloem, ten meeloffer met olie gemengd, en het daarbij behorend plengoffer, 9 En op de sabbatdag twee gave, eenjarige schapen en twee tienden fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, en het bijbehorend plengoffer. 9 Le jour du sabbat, vous offrirez deux agneaux d'un an sans défaut, et, pour l'offrande, deux dixièmes de fleur de farine pétrie à l'huile, avec la libation.
10 een sabbatsbrandoffer op elken sabbat, behalve het vaste brandoffer met het daarbij behorend plengoffer. 10 Het is het brandoffer van de sabbat op elke sabbat boven het dagelijks brandoffer en het bijbehorend plengoffer. 10 C'est l'holocauste du sabbat, pour chaque sabbat, outre l'holocauste perpétuel et la libation.
11 Bij het begin uwer maanden zult gij ten brandoffer aan den Heer brengen: twee jonge stieren, een ram en zeven gave eenjarige lammeren; 11 En bij het begin uwer maanden zult gij de Here een brandoffer brengen: twee jonge stieren, een ram, zeven gave, eenjarige schapen; 11 Au commencement de vos mois, vous offrirez en holocauste à l'Eternel deux jeunes taureaux, un bélier, et sept agneaux d'un an sans défaut;
12 bij elken stier drie tiende bloem, ten meeloffer met olie gemengd, bij den ram twee tiende bloem, ten meeloffer met olie gemengd, 12 En drie tienden fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, bij elke stier; en twee tienden fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, bij de ene ram; 12 et, comme offrande pour chaque taureau, trois dixièmes de fleur de farine pétrie à l'huile; comme offrande pour le bélier, deux dixièmes de fleur de farine pétrie à l'huile;
13 en bij elk lam een tiende bloem, ten meeloffer met olie gemengd: een brandoffer, een liefelijken geur, een vuuroffer voor den Heer; 13 En telkens een tiende fijn meel als spijsoffer, aangemaakt met olie, bij elk schaap; een brandoffer, een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de Here. 13 comme offrande pour chaque agneau, un dixième de fleur de farine pétrie à l'huile. C'est un holocauste, un sacrifice consumé par le feu, d'une agréable odeur à l'Eternel.
14 en de daarbij behorende plengoffers zijn een halve stoop wijn bij een stier, een derde stoop bij een ram, een kwart stoop bij een lam. Dit is het brandoffer voor den eersten dag van elke maand van het jaar. 14 En de bijbehorende plengoffers zullen bestaan uit een halve hin wijn bij een stier, en een derde hin bij een ram, en een vierde hin bij een schaap. Dit is het maandelijks brandoffer in elke maand van de maanden des jaars. 14 Les libations seront d'un demi-hin de vin pour un taureau, d'un tiers de hin pour un bélier, et d'un quart de hin pour un agneau. C'est l'holocauste du commencement du mois, pour chaque mois, pour tous les mois de l'année.
15 Ook zal een geitebok als zondoffer voor den Heer bij het vaste brandoffer toebereid worden, met het daarbij behorend plengoffer. 15 En een geitebok zal tot een zondoffer voor de Here bereid worden met het bijbehorend plengoffer boven het dagelijks brandoffer. 15 On offrira à l'Eternel un bouc, en sacrifice d'expiation, outre l'holocauste perpétuel et la libation.
16 In de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha voor den Heer; 16 En in de eerste maand, op de veertiende dag der maand, zal het Pascha voor de Here zijn. 16 Le premier mois, le quatorzième jour du mois, ce sera la Pâque de l'Eternel.
17 en op den vijftienden dier maand is het feest: zeven dagen zal ongezuurd brood gegeten worden. 17 Op de vijftiende dag dier maand zal er een feest zijn; zeven dagen lang zullen ongezuurde broden worden gegeten. 17 Le quinzième jour de ce mois sera un jour de fête. On mangera pendant sept jours des pains sans levain.
18 Op den eersten dag zal het heilige vierdag zijn: generlei beroepswerk zult gij verrichten. 18 Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn, gij zult generlei slaafse arbeid verrichten. 18 Le premier jour, il y aura une sainte convocation: vous ne ferez aucune oeuvre servile.
19 Dan zult gij brengen een vuuroffer: een brandoffer voor den Heer: uit twee jonge stieren, een ram en zeven gave eenjarige lammeren zal het bestaan; 19 En gij zult de Here een vuuroffer, een brandoffer brengen; twee jonge stieren, een ram en zeven eenjarige schapen; gaaf zullen zij zijn. 19 Vous offrirez en holocauste à l'Eternel un sacrifice consumé par le feu: deux jeunes taureaux, un bélier, et sept agneaux d'un an sans défaut.
20 ook het er bij behorend meeloffer, bloem met olie gemengd: drie tiende zult gij bij een stier en twee tiende bij een ram brengen; 20 Het bijbehorend spijsoffer, fijn meel aangemaakt met olie, drie tienden bij een stier en twee tienden bij de ram, zult gij bereiden; 20 Vous y joindrez l'offrande de fleur de farine pétrie à l'huile, trois dixièmes pour un taureau, deux dixièmes pour un bélier,
21 bij een lam, bij elk der zeven, zult gij een tiende brengen. 21 Telkens een tiende zult gij bereiden bij elk van de zeven schapen. 21 et un dixième pour chacun des sept agneaux.
22 Daarbij een geitebok, om verzoening voor u te bewerken. 22 Voorts een bok als zondoffer om over u verzoening te doen; 22 Vous offrirez un bouc en sacrifice d'expiation, afin de faire pour vous l'expiation.
23 Behalve het morgenbrandoffer, dat bij het vaste brandoffer behoort, zult gij dit alles brengen. 23 Ongeacht het morgenbrandoffer, dat tot het dagelijks brandoffer behoort, zult gij deze bereiden. 23 Vous offrirez ces sacrifices, outre l'holocauste du matin, qui est un holocauste perpétuel.
24 Dezelfde offers zult gij dagelijks zeven dagen lang brengen: het brood van het vuuroffer van liefelijken geur voor den Heer zal bij het vaste brandoffer gebracht worden, met het er bij behorend plengoffer. 24 Dienovereenkomstig zult gij dagelijks gedurende zeven dagen de spijze van het vuuroffer, een liefelijke reuk voor de Here, bereiden; boven het dagelijks brandoffer zal het bereid worden met het bijbehorend plengoffer. 24 Vous les offrirez chaque jour, pendant sept jours, comme l'aliment d'un sacrifice consumé par le feu, d'une agréable odeur à l'Eternel. On les offrira, outre l'holocauste perpétuel et la libation.
25 En op den zevenden dag zal het voor u heilige vierdag zijn: generlei beroepswerk zult gij verrichten. 25 En op de zevende dag zult gij een heilige samenkomst hebben, gij zult generlei slaafse arbeid verrichten. 25 Le septième jour, vous aurez une sainte convocation: vous ne ferez aucune oeuvre servile.
26 Op den dag der eerstelingen, wanneer gij een offer van nieuw meel aan den Heer brengt, op uw wekenfeest, zal het u een heilige vierdag zijn: generlei beroepswerk zult gij verrichten. 26 En op de dag der eerstelingen, wanneer gij een nieuw spijsoffer de Here brengen zult, op uw feest der weken, zult gij een heilige samenkomst hebben gij zult generlei slaafse arbeid verrichten. 26 Le jour des prémices, où vous présenterez à l'Eternel une offrande, à votre fête des semaines, vous aurez une sainte convocation: vous ne ferez aucune oeuvre servile.
27 Dan zult gij als brandoffer ten liefelijken geur voor den Heer brengen: twee jonge stieren, een ram en zeven gave eenjarige lammeren, 27 Dan zult gij een brandoffer brengen tot een liefelijke reuk voor de Here: twee jonge stieren, een ram, zeven eenjarige schapen; 27 Vous offrirez en holocauste, d'une agréable odeur à l'Eternel, deux jeunes taureaux, un bélier, et sept agneaux d'un an.
28 met het daarbij behorend meeloffer, bloem met olie gemengd: drie tiende bij elken stier, twee tiende bij den enen ram 28 En het bijbehorend spijsoffer: fijn meel aangemaakt met olie, drie tienden bij elke stier, twee tienden bij de ene ram, 28 Vous y joindrez l'offrande de fleur de farine pétrie à l'huile, trois dixièmes pour chaque taureau, deux dixièmes pour le bélier,
29 en een tiende bij elk der zeven lammeren; 29 Telkens een tiende bij elk van de zeven schapen; 29 et un dixième pour chacun des sept agneaux.
30 alsook een geitebok, om verzoening voor u te bewerken. 30 Een geitebok om over u verzoening te doen. 30 Vous offrirez un bouc, afin de faire pour vous l'expiation.
31 Behalve het vaste brandoffer met het daarbij behorend meeloffer zult gij het brengen; gave dieren moeten het zijn; dan de daarbij behorende plengoffers. 31 Gij zult het ongeacht het dagelijks brandoffer en het bijbehorend spijsoffer bereiden, zij zullen gaaf zijn met de bijbehorende plengoffers. 31 Vous offrirez ces sacrifices, outre l'holocauste perpétuel et l'offrande. Vous aurez des agneaux sans défaut, et vous joindrez les libations.