Hosea 3
© Herziene Statenvertaling
© NBG
© NBV 2021
1 De HEERE zei tegen mij: Ga opnieuw, bemin een vrouw die bemind wordt door haar levensgezel, maar overspel pleegt, zoals de HEERE de Israëlieten bemint, hoewel zij zich wenden tot andere goden en houden van rozijnenkoeken. 1 De Here zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, die zich door een ander laat beminnen en overspelig is, gelijk de Here de Israelieten bemint, die zich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoeken. 1 De HEER zei tegen mij: ‘Heb nogmaals een vrouw lief, een vrouw die ondanks de liefde van haar man toch overspelig is, net zoals de HEER de Israëlieten liefheeft hoewel zij zich op andere goden richten en uit zijn op de lekkernijen in hun tempels.’
2 Voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst kocht ik haar toen voor mij. 2 Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. 2 Ik kocht zo’n vrouw voor de prijs van vijftien sjekel zilver en anderhalve ezelslast gerst.
3 En ik zei tegen haar: U moet veel dagen bij mij blijven, u mag geen hoererij bedrijven; u mag geen andere man toebehoren, en ook ik zal niet bij u komen. 3 En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen. 3 Ik zei tegen haar: ‘Je zult geruime tijd in huis moeten blijven, je zult geen overspel kunnen plegen en je met geen man inlaten. Ook ik zal niet met je slapen.’
4 Want de Israëlieten moeten veel dagen zonder koning en zonder vorst blijven, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod en afgodsbeelden. 4 Want vele dagen zullen de Israelieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. 4 Zo zullen de Israëlieten geruime tijd verstoken blijven van koning en leiders, van offers en gewijde stenen, van orakels en huisgoden.
5 Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HEERE, hun God, zoeken en David, hun koning. Zij zullen zich in diep ontzag tot de HEERE en Zijn goedheid wenden, in later tijd. 5 Daarna zullen de Israelieten zich bekeren, en de Here, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de Here en tot zijn heil, in de dagen der toekomst. 5 Dan zullen ze tot inkeer komen en weer verlangen naar de HEER, hun God, en hun koning David; zo zullen ze zich uiteindelijk vol ontzag aan de HEER en zijn goedheid onderwerpen.