Jesaja 4
© Herziene Statenvertaling
© NBG
King James
1 Op die dag zullen zeven vrouwen één man vastgrijpen en zeggen: Ons eigen brood zullen wij eten en met onze eigen kleren zullen wij ons kleden. Laat ons slechts uw naam mogen dragen. Neem onze smaad weg! 1 Zeven vrouwen zullen te dien dage een man aangrijpen en zeggen: Ons eigen brood willen wij eten en ons eigen kleed aantrekken, laat ons slechts uw naam dragen, neem onze smaad weg. 1 And in that day seven women shall take hold of one man, saying, We will eat our own bread, and wear our own apparel: only let us be called by thy name, to take away our reproach.
2 Op die dag zal de SPRUIT van de HEERE tot een heerlijk sieraad zijn, en de vrucht van de aarde tot trots en luister voor hen in Israël die ontkomen zijn. 2 Te dien dage zal wat de Here doet uitspruiten tot sieraad en heerlijkheid zijn, en de vrucht des lands tot glorie en luister voor de ontkomenen van Israel. 2 In that day shall the branch of the LORD be beautiful and glorious, and the fruit of the earth [shall be] excellent and comely for them that are escaped of Israel.
3 Dan zal het gebeuren dat wie in Sion overgebleven is, en wie in Jeruzalem overgelaten is, heilig genoemd zal worden, eenieder die in Jeruzalem ten leven opgeschreven is. 3 En het zal geschieden, dat wie overgebleven is in Sion, overgelaten in Jeruzalem, heilig zal heten; ieder die in Jeruzalem ten leven is opgeschreven, 3 And it shall come to pass, [that he that is] left in Zion, and [he that] remaineth in Jerusalem, shall be called holy, [even] every one that is written among the living in Jerusalem:
4 Wanneer de Heere de vuilheid van de dochters van Sion afgewassen zal hebben en de vele bloedschuld van Jeruzalem uit het midden ervan weggespoeld zal hebben door de Geest van oordeel en door de Geest van uitbranding, 4 Wanneer de Here het vuil der dochters van Sion zal hebben afgewassen en de bloedvlekken van Jeruzalem daaruit zal hebben weggespoeld door de Geest van gericht en van uitdelging. 4 When the Lord shall have washed away the filth of the daughters of Zion, and shall have purged the blood of Jerusalem from the midst thereof by the spirit of judgment, and by the spirit of burning.
5 dan zal de HEERE over elke plaats op de berg Sion en over de samenkomsten ervan overdag een wolk scheppen en rook, en 's nachts een schijnsel van vlammend vuur; ja, over alles wat heerlijk is, zal een beschutting zijn. 5 Dan zal de Here over het gehele gebied van de berg Sion en over de samenkomsten die daar gehouden worden, des daags een wolk scheppen en des nachts een schijnsel van vlammend vuur, want over al wat heerlijk is, zal een beschutting zijn. 5 And the LORD will create upon every dwelling place of mount Zion, and upon her assemblies, a cloud and smoke by day, and the shining of a flaming fire by night: for upon all the glory [shall be] a defence.
6 Dan zal een hut dienen tot schaduw overdag tegen de hitte, en als toevlucht en schuilplaats tegen de vloed en tegen de regen. 6 En er zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en tot een schuilplaats en een toevlucht tegen stortbui en regen. 6 And there shall be a tabernacle for a shadow in the daytime from the heat, and for a place of refuge, and for a covert from storm and from rain.