|
1 Op die dag zult u zeggen: Ik dank U, HEERE, dat U toornig op mij geweest bent, maar Uw toorn is afgekeerd en U troost mij. |
1 En gij zult te dien dage zeggen: Ik loof U, Here, omdat Gij toornig op mij zijt geweest; uw toorn heeft zich afgewend en Gij vertroost mij. |
1 Tu diras en ce jour-là: Je te loue, ô Eternel! Car tu as été irrité contre moi, Ta colère s'est apaisée, et tu m'as consolé. |
2 Zie, God is mijn heil, ik zal vertrouwen en geen angst hebben, want mijn kracht en psalm is de HEERE HEERE, en Hij is mij tot heil geworden. |
2 Zie, God is mijn heil, ik vertrouw en vrees niet, want mijn sterkte en mijn psalm is de Here Here, en Hij is mij tot heil geweest. |
2 Voici, Dieu est ma délivrance, Je serai plein de confiance, et je ne craindrai rien; Car l'Eternel, l'Eternel est ma force et le sujet de mes louanges; C'est lui qui m'a sauvé. |
3 U zult met vreugde water scheppen uit de bronnen van het heil. |
3 Dan zult gij met vreugde water scheppen uit de bronnen des heils. |
3 Vous puiserez de l'eau avec joie Aux sources du salut, |
4 Op die dag zult u zeggen: Dank de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken, roep in herinnering dat Zijn Naam hoogverheven is. |
4 En gij zult te dien dage zeggen: Looft de Here, roept zijn naam aan, maakt onder de volken zijn daden bekend, vermeldt, dat zijn naam verheven is. |
4 Et vous direz en ce jour-là: Louez l'Eternel, invoquez son nom, Publiez ses oeuvres parmi les peuples, Rappelez la grandeur de son nom! |
5 Zing psalmen voor de HEERE, want Hij heeft zeer grote dingen gedaan. Laat dit bekend worden over heel de aarde! |
5 Psalmzingt de Here, want Hij heeft grootse dingen gedaan; dit worde bekendgemaakt op de ganse aarde. |
5 Célébrez l'Eternel, car il a fait des choses magnifiques: Qu'elles soient connues par toute la terre! |
6 Juich en zing vrolijk, inwoonster van Sion, want groot in uw midden is de Heilige van Israël. |
6 Juicht en jubelt, inwoners van Sion, want groot in uw midden is de Heilige Israels. |
6 Pousse des cris de joie et d'allégresse, habitant de Sion! Car il est grand au milieu de toi, le Saint d'Israël. |