Psalmen 99
© Herziene Statenvertaling
© NBG
New International Version
1 De HEERE regeert; laten de volken sidderen. Hij troont tussen de cherubs; laat de aarde beven. 1 De Here is Koning. Dat de volken beven. Hij troont op de cherubs, de aarde siddere. 1 The Lord reigns, let the nations tremble; he sits enthroned between the cherubim, let the earth shake.
2 De HEERE is groot in Sion, Híj is verheven boven alle volken. 2 De Here is groot in Sion, Hij is verheven boven alle volken. 2 Great is the Lord in Zion; he is exalted over all the nations.
3 Laten zij Uw grote en ontzagwekkende Naam loven. Heilig is Hij. 3 Dat zij uw grote en geduchte naam loven; Heilig is Hij. 3 Let them praise your great and awesome name— he is holy.
4 Loof de macht van de Koning, Die het recht liefheeft. Ú hebt een billijk bestuur gevestigd, Ú hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob. 4 Want de sterkte des Konings heeft het recht lief, Gij hebt rechtmatigheid gevestigd, recht en gerechtigheid hebt Gij in Jakob gedaan. 4 The King is mighty, he loves justice— you have established equity; in Jacob you have done what is just and right.
5 Roem de HEERE, onze God; buig u neer voor de voetbank van Zijn voeten. Heilig is Hij. 5 Verhoogt de Here, onze God, buigt u neder voor de voetbank zijner voeten; Heilig is Hij. 5 Exalt the Lord our God and worship at his footstool; he is holy.
6 Mozes en Aäron waren onder Zijn priesters, Samuel onder wie Zijn Naam aanriepen; zij riepen tot de HEERE en Híj verhoorde hen. 6 Mozes en Aaron waren onder zijn priesters, Samuel onder hen die zijn naam aanriepen; zij riepen tot de Here en Hij antwoordde hun. 6 Moses and Aaron were among his priests, Samuel was among those who called on his name; they called on the Lord and he answered them.
7 Hij sprak tot hen in een wolkkolom; zij hebben Zijn getuigenissen in acht genomen en de verordeningen die Hij hun had gegeven. 7 Hij sprak tot hen in de wolkkolom; zij hebben zijn getuigenissen onderhouden, de inzettingen die Hij hun gegeven had. 7 He spoke to them from the pillar of cloud; they kept his statutes and the decrees he gave them.
8 HEERE, onze God, Ú hebt hen verhoord; U bent voor hen een vergevend God geweest, hoewel U wraak oefende over hun daden. 8 Here, onze God, Gij hebt hun geantwoord, Gij zijt hun een vergevend God geweest, hoewel wraak oefenend over hun daden. 8 Lord our God, you answered them; you were to Israel a forgiving God, though you punished their misdeeds.
9 Roem de HEERE, onze God; buig u neer voor Zijn heilige berg, want heilig is de HEERE, onze God. 9 Verhoogt de Here, onze God, buigt u neder voor zijn heilige berg, want: Heilig is de Here, onze God. 9 Exalt the Lord our God and worship at his holy mountain, for the Lord our God is holy.