|
1 Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. |
1 Looft de Here, want Hij is goed, ja, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
1 Louez l'Eternel, car il est bon, Car sa miséricorde dure à toujours! |
2 Laat Israël toch zeggen: Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. |
2 Laat Israel nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
2 Qu'Israël dise: Car sa miséricorde dure à toujours! |
3 Laat het huis van Aäron toch zeggen: Ja, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. |
3 Laat het huis van Aaron nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
3 Que la maison d'Aaron dise: Car sa miséricorde dure à toujours! |
4 Laten wie de HEERE vrezen, toch zeggen: Ja, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. |
4 Laat wie de Here vrezen, nu zeggen: Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
4 Que ceux qui craignent l'Eternel disent: Car sa miséricorde dure à toujours! |
5 Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen, de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet. |
5 Uit de benauwdheid heb ik tot de Here geroepen, de Here heeft mij geantwoord en mij in de ruimte gesteld. |
5 Du sein de la détresse j'ai invoqué l'Eternel: L'Eternel m'a exaucé, m'a mis au large. |
6 De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? |
6 De Here is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? |
6 L'Eternel est pour moi, je ne crains rien: Que peuvent me faire des hommes? |
7 De HEERE is bij mij, te midden van wie mij helpen, daarom zie ík neer op wie mij haten. |
7 De Here is met mij, onder mijn helpers, daarom zal ik op mijn haters neerzien. |
7 L'Eternel est mon secours, Et je me réjouis à la vue de mes ennemis. |
8 Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op de mensen te vertrouwen. |
8 Het is beter bij de Here te schuilen dan op mensen te vertrouwen; |
8 Mieux vaut chercher un refuge en l'Eternel Que de se confier à l'homme; |
9 Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op edelen te vertrouwen. |
9 Het is beter bij de Here te schuilen dan op edelen te vertrouwen. |
9 Mieux vaut chercher un refuge en l'Eternel Que de se confier aux grands. |
10 Alle heidenvolken hadden mij omringd; in de Naam van de HEERE heb ik ze neergehouwen! |
10 Alle volken omringden mij; in de naam des Heren heb ik ze neergehouwen; |
10 Toutes les nations m'environnaient: Au nom de l'Eternel, je les taille en pièces. |
11 Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd; in de Naam van de HEERE heb ik ze neergehouwen! |
11 Zij omringden mij, ja, zij omsingelden mij; in de naam des Heren heb ik ze neergehouwen; |
11 Elles m'environnaient, m'enveloppaient: Au nom de l'Eternel, je les taille en pièces. |
12 Zij hadden mij omringd als bijen, zij zijn uitgedoofd als een doornenvuur; in de Naam van de HEERE heb ik ze neergehouwen! |
12 Zij omringden mij als bijen, zij werden als een doornenvuur uitgeblust; in de naam des Heren heb ik ze neergehouwen. |
12 Elles m'environnaient comme des abeilles; Elles s'éteignent comme un feu d'épines; Au nom de l'Eternel, je les taille en pièces. |
13 Zeer hard had u mij weggestoten, zodat ik bijna viel, maar de HEERE heeft mij geholpen. |
13 Gij hadt mij wel duchtig gestoten, tot vallens toe, maar de Here heeft mij geholpen. |
13 Tu me poussais pour me faire tomber; Mais l'Eternel m'a secouru. |
14 De HEERE is mijn kracht en mijn psalm, want Hij is mij tot heil geweest. |
14 De Here is mijn sterkte en mijn psalm, Hij is mij tot heil geweest. |
14 L'Eternel est ma force et le sujet de mes louanges; C'est lui qui m'a sauvé. |
15 In de tenten van de rechtvaardigen klinkt luide vreugdezang, een lied van verlossing: De rechterhand van de HEERE doet krachtige daden, |
15 Hoort! jubellied en zegezang in de tenten der rechtvaardigen: De rechterhand des Heren doet krachtige daden, |
15 Des cris de triomphe et de salut s'élèvent dans les tentes des justes: La droite de l'Eternel manifeste sa puissance! |
16 de rechterhand van de HEERE is hoogverheven, de rechterhand van de HEERE doet krachtige daden. |
16 De rechterhand des Heren verhoogt, de rechterhand des Heren doet krachtige daden! |
16 La droite de l'Eternel est élevée! La droite de l'Eternel manifeste sa puissance! |
17 Ik zal niet sterven maar leven, en ik zal de werken van de HEERE vertellen. |
17 Ik zal niet sterven, maar leven en ik zal de daden des Heren vertellen. |
17 Je ne mourrai pas, je vivrai, Et je raconterai les oeuvres de l'Eternel. |
18 De HEERE heeft mij wel zwaar gestraft, maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven. |
18 De Here heeft mij zwaar gekastijd, maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven. |
18 L'Eternel m'a châtié, Mais il ne m'a pas livré à la mort. |
19 Doe de poorten van de gerechtigheid voor mij open, daardoor zal ik binnengaan, ik zal de HEERE loven. |
19 Ontsluit mij de poorten der gerechtigheid, ik zal daardoor binnengaan, ik zal de Here loven. |
19 Ouvrez-moi les portes de la justice: J'entrerai, je louerai l'Eternel. |
20 Dit is de poort van de HEERE, daar zullen de rechtvaardigen door binnengaan. |
20 Dit is de poort des Heren, de rechtvaardigen gaan daardoor binnen. |
20 Voici la porte de l'Eternel: C'est par elle qu'entrent les justes. |
21 Ik zal U loven, omdat U mij verhoord hebt en mij tot heil geweest bent. |
21 Ik loof U, omdat Gij mij geantwoord hebt en mij tot heil geweest zijt. |
21 Je te loue, parce que tu m'as exaucé, Parce que tu m'as sauvé. |
22 De steen die de bouwers verworpen hadden, is tot een hoeksteen geworden. |
22 De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden; |
22 La pierre qu'ont rejetée ceux qui bâtissaient Est devenue la principale de l'angle. |
23 Dit is door de HEERE geschied, het is wonderlijk in onze ogen. |
23 Van de Here is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen. |
23 C'est de l'Eternel que cela est venu: C'est un prodige à nos yeux. |
24 Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft, laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn. |
24 Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. |
24 C'est ici la journée que l'Eternel a faite: Qu'elle soit pour nous un sujet d'allégresse et de joie! |
25 Och HEERE, breng toch heil; och HEERE, geef toch voorspoed. |
25 Och Here, geef toch heil, och Here, geef toch voorspoed! |
25 O Eternel, accorde le salut! O Eternel, donne la prospérité! |
26 Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE! Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE. |
26 Gezegend hij, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis des Heren. |
26 Béni soit celui qui vient au nom de l'Eternel! Nous vous bénissons de la maison de l'Eternel. |
27 De HEERE is God, Hij heeft ons licht gegeven. Bind het feestoffer vast met touwen tot aan de horens van het altaar. |
27 De Here is God, Hij heeft het voor ons doen lichten. Bindt de feestoffers met touwen vast bij de hoornen van het altaar. |
27 L'Eternel est Dieu, et il nous éclaire. Attachez la victime avec des liens, Amenez-la jusqu'aux cornes de l'autel! |
28 U bent mijn God, daarom zal ik U loven; mijn God, ik zal U roemen. |
28 Gij zijt mijn God, U zal ik loven, o mijn God, U zal ik verhogen. |
28 Tu es mon Dieu, et je te louerai; Mon Dieu! je t'exalterai. |
29 Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. |
29 Looft de Here, want Hij is goed, ja, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
29 Louez l'Eternel, car il est bon, Car sa miséricorde dure à toujours! |