|
1 Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE! |
1 Een lied in het hoge koor. Uit de diepte, o Heer, roep ik tot U: |
1 Een bedevaartslied. Uit de diepte roep ik tot u, Heer. |
1 Een bedevaartslied. Uit de diepten roep ik tot U, o Here. |
1 Cantique des degrés. Du fond de l'abîme je t'invoque, ô Eternel! |
2 HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen. |
2 Heer, hoor mijne stem; laat uwe oren acht geven op de stem mijns smekens. |
2 Heer, hoor mijn stem; dat uw oren luisteren naar mijn smeekgebed! |
2 Here, hoor naar mijn stem; laten uw oren opmerkende zijn op mijn luide smekingen. |
2 Seigneur, écoute ma voix! Que tes oreilles soient attentives A la voix de mes supplications! |
3 Zo Gij, HEERE! de ongerechtigheden gadeslaat; HEERE! wie zal bestaan? |
3 Zo Gij, o Heer, de zonden wilt toerekenen, Heer, wie kan dan bestaan? |
3 Zo gij, Heer, overtredingen in gedachtenis hieldt, Heer, wie zou kunnen bestaan? |
3 Als Gij, Here, de ongerechtigheden in gedachtenis houdt, Here, wie zal bestaan? |
3 Si tu gardais le souvenir des iniquités, Eternel, Seigneur, qui pourrait subsister? |
4 Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. |
4 Maar bij U is vergeving, opdat men U vreze. |
4 Maar bij u is de vergiffenis; opdat men u vreze. |
4 Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt. |
4 Mais le pardon se trouve auprès de toi, Afin qu'on te craigne. |
5 Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord. |
5 Ik verwacht den Heer, mijne ziel verwacht, en ik hoop op zijn woord. |
5 Ik hoop op den Heer, mijn ziel hoopt op zijn woord; |
5 Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord; |
5 J'espère en l'Eternel, mon âme espère, Et j'attends sa promesse. |
6 Mijn ziel [wacht] op den HEERE, meer dan de wachters op den morgen; de wachters op den morgen. |
6 Mijne ziel wacht op den Heer, van de ene morgenwake tot de andere. |
6 mijn ziel verbeidt den Heer, meer dan wachters den morgen, dan wachters den morgen. |
6 Mijn ziel wacht op de Here, meer dan wachters op de morgen, wachters op de morgen. |
6 Mon âme compte sur le Seigneur, Plus que les gardes ne comptent sur le matin, Que les gardes ne comptent sur le matin. |
7 Israel hope op den HEERE; want bij den HEERE is goedertierenheid, en bij Hem is veel verlossing. |
7 Israël hope op den Heer; want bij den Heer is genade, en bij Hem is verlossing, |
7 Israel, verbeid den Heer; want bij den Heer is de goedertierenheid, bij hem verlossing, rijkelijk. |
7 Israel hope op de Here, want bij de Here is goedertierenheid, bij Hem is veel verlossing; |
7 Israël, mets ton espoir en l'Eternel! Car la miséricorde est auprès de l'Eternel, Et la rédemption est auprès de lui en abondance. |
8 En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden. |
8 en Hij zal Israël verlossen uit al zijne zonden. |
8 Ja, hij zal Israel verlossen van al zijn overtredingen. |
8 Hij zelf zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden. |
8 C'est lui qui rachètera Israël De toutes ses iniquités. |